Piranha-Info.com© :: Hujeta Snoekzalm

Andere Namen:
Hujeta Snoek, Zoetwater Barracuda.

Wetenschappelijke Naam:
Ctenolucius hujeta (Valenciennes, 1850)

Gebied van origine:
Zuid Amerika: Río Magdalena en Río Sinú, Colombia, rivieren die in Lago de Maracaibo uitmonden, North Western Venezuela.

Maximale Grootte:
In gevangenschap wordt deze soort gemiddeld zo'n 20-25cm. lang, maar in het wild ligt de maximale grootte om en nabij de 35cm.

Aquarium:
Het torpedo-vorminge lichaam van de Hujeta Snoekzalm is een goede indicatie dat we hier te maken hebben met een wendbare en snelzwemmende vis die veel open zwemruimte vereist. Aangezien deze soort zich voornamelijk ophoudt in de bovenste lagen van het aquarium, zijn de lengte en diepte van het aquarium van groter belang dan de hoogte. Het minimum formaat aquarium voor een paar exemplaren is 120x40x40cm. , maar voor volwassen dieren is een ruimer aquarium aan te raden.
De inrichting van het aquarium is van relatief ondergeschikt belang, aangezien deze soort voor het grootste deel net onder de wateroppervlakte leeft. Een paar drijfplanten en/of hoge, grootbladerige planten zijn goed geschikt om beschutting te bieden en als plaats om nietsvermoedende prooidieren te besluipen. Verder kunnen een paar planten of stukken (kien)hout dienst doen als schuilplaats.
De Hujeta Snoekzalm is een roofvis, waardoor een krachtig en efficient filtratiesysteem van belang is om de grote hoeveelheden afvalstoffen te verwerken. Tevens is een flinke hoeveelheid stroming in het aquarium van belang om het natuurlijke leefgebied van deze vis na te bootsen. Dit kan worden verkregen door het gebruik van een krachtig filter of de plaatsing van aanvullende stromingspompen.

Temperatuur:

15°C

24-30°C

35°C

pH:

5.0

5.5-7.5

9.0

	Ideale omstandigheden
	Geschikte omstandigheden
	Ongeschikte omstandigheden

Dieet:
Zoals alle Zoetwater Barracuda's is de Hujeta Snoekzalm een roofvis, en vereist deze een dieet dat voornamelijk bestaat uit vleesvoer. Geschikte voedsel items zijn onder meer granulaat, kleine pellets, volkvoer, gevriesdroogd en diepvriesvoer (muggenlarven, bloedwormen, krill, tubifex, artemia), stukjes garnaal, mossel, visvlees en levend voer als kleine visjes*, meelwormen en regenwormen.
Het kan moeilijk zijn om deze soort te laten wennen aan niet-levend voer, vooral in het geval van recentelijk ingevoerde exemplaren. Des te langer het dier weigert om niet-levend voer aan te nemen, hoe moeilijker het wordt om dat alsnog te bewerkstelligen. Om die reden is het van groot belang om direct vanaf het begin te experimenteren met allerlei soorten dood voedsel, om te achterhalen wat het dier wel en niet accepteert.

* Indien levende vis gevoerd wordt, dient men een aantal zaken in acht te nemen: ten eerste kunnen alle vissen ziekten en/of parasieten in het aquarium introduceren, zowel goudvissen, windes en andere veelgebruikte koudwatervissen alsook tropische vissen. Het is daarom ook aan te raden voedervissen eerst een week of 2 in een quarantaine-aquarium te houden, om zo de zieke en verzwakte exemplaren eruit te 'vissen'. Daarnaast dient men er ernstig rekening te houden dat goudvissen en naaste verwanten niet bepaald voedzaam zijn. Een dieet dat veelal bestaat uit levende vis is dan ook niet aan te raden. Te meer omdat goudvissen en andere Cyprinidae (karper-achtigen) hormonen - zgn. "Thiaminase / Vitamine B1 inhibitors" - bevatten die de aanmaak van bepaalde groei-stimulerende stoffen bij roofvissen lamlegt. Een zeer eenzijdig goudvis dieet kan dan ook leiden tot groei- en ontwikkelingsstoornissen!

Temperament:
De Hujeta Snoekzalm is een roofvis, maar over het algemeen weinig agressief. Alles dat in de bek past zal worden behandeld als potentiële prooi, maar grotere vissen worden over het algemeen met rust gelaten. De Snoekzalm is niet overdreven territoriaal, alhoewel geschikte plaatsen in de stroming nog wel eens (tijdelijk) tegen indringers worden verdedigd. Over het algemeen echter verblijft de Hujeta Snoekzalm de meeste tijd in de bovenste lagen, waar hij zijn min of meer eigen gang gaat.
Onderling kan deze soort wat onverdraagzaam zijn, maar agressie wordt over het algemeen beprekt door achternajagen en vinhappen. Zware gevechten zoals kan worden waargenomen bij Cichliden zijn eerder zeldzaam.