Andere Namen:
Gevlekte Oto.
Wetenschappelijke Naam:
Otocinclus flexilis (Cope, 1894)
Gebied van origine:
Zuid Amerika: Rio Jacuhy, Rio Grande do Sul.
Maximale Grootte:
5,5cm.
Aquarium:
Een aquarium vam 60cm.lengte is voldoende voor een klein groepje van deze sociale en zeer actieve algeneters. Een dichtbegroeide bak met veel schuilplaatsen in de vorm van (kien)hout en rotsen en gedimde verlichting krijgt de voorkeur, omdat deze Meerval zich onder deze omstandigheden het meest op zijn gemak voelt, en een klein territorium kan claimen. Kan zonder problemen met soortgenoten gehouden worden, mits er voldoende schuilplaatsen geboden worden. Uiteraard is dan wel een wat groter aquarium noodzakelijk: voor een groepje van 2-3 vissen is een aquarium met een lengte van 80cm. een goed onderkomen.
Optimaal is zacht, licht-zurig water, wat verkregen kan worden door te filteren over turf of het gebruik van Zwart Water Extract. Maar de Ancistrus is een bijzonder sterke, aanpassingvaardige vis, en zal het ook in in harder, meer basisch water prima doen.
Temperatuur:
pH:
|
|
Dieet:
Deze kleine meerval wordt vaak gehouden om algenproblemen te lijf te gaan: algen vormen dan ook de hoofdmoot dan het dieet. Indien er geen algen voorhanden zijn moet er plantaardig voedsel bijgevoerd worden: denk aan bijvoorbeeld algentabletten en gewassen en onbespoten groenten als komkommer, aubergine of sla.
Temperament:
Een actieve en vreedzame vis, ongevaarlijk voor zelfs de kleinste aquariumgenoten. Deze vis doet het het beste in een kleine school van minimaal 5-6 vissen in een dicht beplant aquarium, gedecoreerd met grootbladerige planten, afgeronde kiezels, kienhout en een laag afgerond grind als substraat, dat voldoende mogelijkheden biedt tot schuilen, alsook de benodigde oppervlakten voor algen om op te groeien.
Opmerkingen:
Zoals de meeste Otocinclus-soorten zijn de eerste 2-3 weken kritiek: uitval is bijzonder hoog gedurende deze eerste periode. Belangrijk zijn een goede (lees: langzame) acclimatisatie, een stressvrije omgeving en een goed en voedzaam dieet (nagenoeg alle exemplaren zijn wild-vang, en een groot deel van de vissen komt uitgehongerd aan). Men doet er dan ook goed aan de dieren tijdens de eerste weken bijzonder goed in de gaten te houden.